Matthias Vermeulen, vastgoedexpert en commercieel directeur bij Zabra geeft zijn kritische kijk op de recente hype rond de staatsbon. De overheid stelt deze voor als een veilige en duurzame belegging, maar Matthias Vermeulen waarschuwt voor een te eenzijdige focus op veiligheid ten koste van rendement.
Waarom zou je genoegen nemen met een staatsbon, als je ook voor iets beter kan gaan? Met de komst van de eenjarige staatsbon vorig jaar in september, lijkt dit beleggingsinstrument weer volledig in de mode. Er tekenden maar liefst een half miljoen Belgen in op de staatsbon, goed voor een recordbedrag van bijna 22 miljard euro. Het lijkt erop dat staatsobligaties momenteel als een terugkerende favoriet worden gezien bij beleggers. Maar wat maakt de staatsbon zo speciaal? En belangrijker, zijn er geen slimmere manieren om je zuurverdiende geld te laten groeien?
De specifieke aantrekkingskracht van de bovengenoemde staatsbon lag vooral in de looptijd van 1 jaar én de verlaagde roerende voorheffing van 15% in plaats van 30%. Dit resulteerde in een nettorendement van 2,81%. Méér dan wat de banken toen boden, maar – in alle eerlijkheid – is dit echt zo bijzonder?
Het doel van deze populaire staatsbon was vooral om de banken onder druk te zetten om hun rente te verhogen. En ja, in dat opzicht was de uitgifte zeker een slimme zet. Maar hoe zit het met de toekomst? Het Federaal Agentschap van Schuld plant 5 september een nieuwe staatsbon in met een looptijd van 1 jaar. In tegenstelling tot de vorige, biedt deze nieuwe obligatie geen fiscaal voordeel. Daarom is het nu het perfecte moment om te overwegen of je jouw centen niet beter elders kunt beleggen. Een minder trendy, maar betrouwbare keuze is en blijft vastgoed.
Het grootste voordeel van de staatsbon is de zekerheid. De kans dat de overheid failliet gaat, is klein, waardoor je een veilige investering hebt en je geld niet voor jaren vastzit. Maar veiligheid heeft een prijs: de termijn van je investering is kort en het rendement relatief laag. Vastgoed daarentegen is een stabiele investering op lange termijn, met een nettorendement dat gemiddeld schommelt tussen de 3 à 4%. Naast het rendement ontvang je ook maandelijkse huur, waardoor je zeker bent van constante inkomstenstroom.
Daarnaast zijn staatsbonnen niet volledig zonder risico: ze zijn inflatiegevoelig. In een klimaat van stijgende inflatie, loop je dus de kans dat de waarde van je investering daalt. Vastgoed en huurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd, waardoor je rendement beschermd blijft, ook wanneer de inflatie de pan uit swingt. Bovendien stijgt vastgoed ook in waarde, wat je op lange termijn kapitaalwinst oplevert bij verkoop. Een dergelijk rendement is bij staatsbonnen niet mogelijk.
Ten slotte is vastgoed een tastbare en concrete investering; je kunt letterlijk zien waar je geld in zit en hebt directe controle over je bezit. Je kan zelf bepalen hoe je het vastgoed beheert en hoe je de waarde ervan kan verhogen. Bij staatsobligaties daarentegen is het minder transparant waar je geld naartoe gaat. Je hebt ook geen invloed op de prestaties of de waarde van je investering.
Laten we eerlijk zijn: de staatsbon heeft vorig jaar zonder twijfel zijn waarde bewezen. Het overweldigende succes maakte duidelijk dat er actie nodig was om de lage rentevoeten bij de banken aan te pakken. Maar nu, een jaar later, is de situatie veranderd. Het is tijd om ook te kijken naar rendabelere beleggingsmogelijkheden. Diversificatie is namelijk essentieel voor een goede beleggingsportefeuille. Door je investeringen te spreiden over verschillende activa zoals staatsbonnen, vastgoed en andere opties, verklein je het risico en vergroot je de kans op een stabiel rendement.
Kortom, er is leven naast de staatsbon. Investeer slimmer, investeer breder!